Heeft organisatie advisering zin? Alleen als je een verhaal hebt.

Maandbericht Virtuoos BV maart 2013

Waarom handelen mensen?  Wat ze willen is continuïteit. Helaas zijn organisaties aan zichzelf verplicht om via veranderingen continuïteit te realiseren. Hier ontstaat spanning. Er bestaat ontzettend veel literatuur over hoe je veranderingen zou moeten realiseren. Er bestaat echter weinig zekerheid wat een adequate aanpak is. Binnen de organisatieadvisering is geen sluitende ‘body of knowledge’. Doen we dan maar wat of valt dat mee?

Het blijkt dat de meeste veranderprocessen mislukken.  Er is sprake van nieuwe modellen, instrumenten, visies etc. Na een bepaalde periode wordt met een nieuw model gewerkt. Steeds blijkt dat de effectiviteit van de gekozen benadering onvoldoende was om de eigen doelstellingen te realiseren. Dit  veroorzaakt doordat de aanpak te weinig rekening houdt met de complexiteit van veranderprocessen en de beperking van veranderinstrumenten.

Het werken met alleen planmatige verandering blijkt veelal niet toereikend in een complexe omgeving). Organisaties  worden juist steeds meer geconfronteerd met complexiteit en veranderingen.  Wanneer ontstaat verandering? Een mogelijkheid is om individuen met verschillende opvattingen met elkaar te laten samenwerken met als opdracht tot een gedeelde opvatting te komen.

De kern van verandermanagement is de betekenisgeving van actoren. Daarom zijn de effecten van veranderplannen en managementinterventies niet te voorspellen. Het hangt namelijk van de betekenisgeving (‘ alweer een veranderplan; wanneer kunnen we eens aan het werk’) af wat op gedragsniveau te zien zal zijn. Hier ligt een taak voor een organisatieadviseur: stel vragen die tot betekenisgeving leiden.

Als historicus valt op dat binnen de organisatiekunde wordt weinig gebruik gemaakt van theorievorming binnen de wetenschap die bij uitstek gericht is op het betekenis gevende  karakter van de werkelijkheid: de geschiedenis. Binnen de narratieve opvatting van de geschiedwetenschap wordt een onderscheid gemaakt tussen goede en slechte historische verhalen. De discussie daarover vindt plaats in de context van interpretaties van historische gebeurtenissen. Hierbij is het de taak van een historicus om “de betekenis van het verleden” te duiden. Alle betekenis is contextueel; deze context vinden we zowel in het verleden als in ons vertellen over het verleden. Volgens de narratieve opvatting van de geschiedbeoefening valt betekenisgeving alleen te vinden in het verhaal dat wij over het verleden vertellen. 

Organisaties hebben meer dan één doel; dit geldt ook voor individuen. Altijd is er sprake van dynamiek  (concurrentie tussen) inzake de verschillende doelen die gehaald moeten worden. De beweging die mensen maken en de beweging doe organisaties maken dient voldoende bij elkaar te passen, willen zij voor elkaar van waarde zijn. Het ontbreken hiervan is een belangrijke reden voor het mislukken van veranderprocessen.